In het eerste kwartaal was in het eurogebied van negentien landen nog sprake van een groei van 0,4 procent. Economen hadden in doorsnee verwacht dat dit groeitempo gehandhaafd zou worden. In vergelijking met een jaar eerder groeide de economie van de eurozone met 2,1 procent, tegen 2,5 procent in de voorgaande periode. Voor de hele EU (28 lidstaten) werd een economische vooruitgang van 0,4 procent op kwartaalbasis gemeten, net als een kwartaal eerder. Verder werd bekendgemaakt dat de inflatie in de eurozone naar verwachting met 0,1 procentpunt stijgt naar 2,1 procent. Dat komt vooral door de hogere olieprijs. De kerninflatie (de inflatie zonder de sterk fluctuerende prijzen van tabak, energie en voedingsmiddelen) kwam uit op 1,1 procent. Dat is 0,1 procentpunt hoger dan een maand eerder. De kerninflatie ligt al het hele jaar rond dat percentage.