Vorig jaar was de huizenkoper in ons land gemiddeld 39,4 jaar oud, blijkt uit donderdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster. Dat is de hoogste leeftijd sinds het CBS in 1995 begon daar statistieken over bij te houden. Vergeleken met 2010 betekent dat een toename van vier jaar, terwijl de gemiddelde leeftijd van alle Nederlanders in diezelfde periode met 1,4 jaar steeg. De gemiddelde leeftijd van huizenkopers stond in 1995 op 34,6 jaar en bleef in de eerste jaren daarna nagenoeg gelijk. Vanaf 2002 werd een stijging ingezet tot 36,1 jaar in 2007. De crisis op de woningmarkt maakte daar een einde aan. Doordat de doorstroming stagneerde nam het aandeel starters op de woningmarkt in de jaren tussen 2008 en 2010 toe. Dat de doorsnee huizenkoper daarna weer in rap tempo ouder is geworden, hangt volgens het CBS onder meer samen met strengere hypotheekregels die de laatste jaren van kracht zijn geworden. Starters moeten daardoor meer eigen geld meebrengen en dus langer sparen voordat zij een woning kunnen kopen.