In 2016 waren er 1.545 persoonlijke faillissementen, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dinsdag. Dat zijn er ongeveer een kwart minder dan in 2015. In vergelijking met het hoogtepunt in 2013 (4.073 persoonlijke faillissementen), gingen er in 2016 zo'n 62 procent minder personen bankroet. Het CBS benadrukt dat de economische omstandigheden sinds 2013 flink zijn verbeterd. Ook lopen minder schuldsaneringen uit op een faillissement. Zo eindigde in 2013 nog 5,3 procent van de beëindigde schuldsaneringen in een faillissement. In 2015 ging het nog maar om 2,1 procent. In vier op de tien persoonlijke faillissementen ging het vorig jaar om een faillissement van een eenmanszaak. De daling was vooral zichtbaar bij personen zonder eenmanszaak. Faillissementen van personen zijn goed voor iets meer dan een kwart van alle faillissementen. Het grootste deel van de faillissementen zit bij bedrijven en instellingen (exclusief eenmanszaken). In Overijssel gingen vorig jaar relatief de meeste personen failliet. Per honderdduizend inwoners zijn vijftien persoonlijke faillissementen uitgesproken. Landelijk gaat het om negen per honderdduizend inwoners. Ook in Drenthe, Noord-Brabant en Gelderland lag dit aantal hoger dan het landelijke gemiddelde. In deze provincies ging het om tien faillissementen per honderdduizend inwoners. In Friesland gingen relatief de minste mensen bankroet: vijf op de honderdduizend. In Flevoland (zes) en Utrecht (zeven) waren de gemiddelden ook lager. In Zuid-Holland zijn in 2016 in absolute getallen de meeste personen bankroet gegaan (299 personen). En alleen in Zeeland is het aantal persoonlijke faillissementen toegenomen. In 2016 ging het om 34 personen in Zeeland, twee meer dan een jaar eerder.